waterhoen
gallinula chloropus

Waterhoen

Komt minder vaak voor dan de vaak ermee verwarde meerkoet. Lengte: 27 tot 31 cm. Periode: het hele jaar door te zien.

Het verenkleed is bruinzwart en de snavel is rood met een gele punt die overgaat in een rode voorhoofdsplaat. Over de flanken loopt een onregelmatige lichte streep. De onderstaart dekveren zijn wit. De tenen zijn gelobd en geelgroen van kleur. Het is een vrij schuwe watervogel die zich meestal bij de oevervegetatie bevindt. Voedsel bestaat zowel uit plantendelen als uit verschillende insecten en weekdieren. Zoekt ook vaak voedsel op het land en op begroeide oevers.