spreeuw

Spreeuw

Algemeen voorkomende zangvogel. Lengte: 20 tot 22 cm. Periode: het hele jaar door te zien.

De veren zijn in de zomer zwart met een metaalglans. In de winter krijgt het verenkleed witte spikkels. De snavel is in de zomer geel en in de winter bruin. Het is een luidruchtige vogel en broedt meestal alleen, maar soms ook in kolonies. Broedt in boomholtes of gaten in de grond. Vormt buiten de broedtijd vaak grote zwermen en kunnen dan veel schade veroorzaken, met name in boomgaarden.