snor
locustella luscinioides

Snor

Onopvallende rietveldenbewoner. Lengte: 13 tot 15 cm. Periode: apr/mrt tot september.

De bovenkant is donkerbruin en de onderkant vaalwit. Een lichte nauwelijks waarneembare wenkbrauwstreep. De staart is getrapt en afgerond. De onderstaart dekveren zijn roodbruin. Lijkt erg op de kleine karekiet. Het beste kenmerk is de zang, die klinkt als een hele lange triller (ratel). Broedt in rietvelden in moerasgebieden. Overwintert ten zuiden van de Sahara. Gehoord in het rietgebiedje bij het fietspad naar de fietsbrug.