foto ransuil
asio otus

Ransuil

Lengte: 31 tot 37 cm.
Broedt in bossen in de buurt van open terrein, boomgroepen in landbouw gebieden, grote parken met coniferen, etc. In het noorden trekvogel, in het zuiden standvogel. Is ‘s winters vaak in grote groepen in een roestplaats te vinden. In de schemering en ‘s nachts actief. Voedsel bestaat voornamelijk uit muizen. Broedt in oud nest ( vaak oud kraaiennest). Is duidelijk kleiner dan bosuil, met lange, vrij smalle vleugels. Lange oorpluimen vallen op. De vlucht is vrij langzaam en schommelend, afgewisseld met glijpauzes.
Geluid: adult is nogal zwijgzaam; roep van het vrouwtje: een herhaald zwak, nasaal, enigszins gebroken  PIEH-ew. Bedelroep van jong; een luid en hartverscheurend, langgerekt en klagelijk, hoog PIE-eh, op meer dan een kilometer afstand hoorbaar.